Basajaun, vernoemd naar de mythische bewaker van de meest afgelegen bossen van het Baskenland, is een 760 kilometer lange gravelrace die bol staat van de uitdagingen.

"Evenementen als deze vereisen dat je op alles bent voorbereid - en met alles bedoel ik letterlijk alles!"

Ibai Fradejas wilde beslist van de partij zijn bij de eerste editie van Basajaun, dat zich net als Badlands profileert als 'het ultieme onverharde gravelevenement van Europa'. Die claim is niet gek met een afstand van 760 kilometer, 15.000 hoogtemeters en een route die voor driekwart over onverharde paden gaat.

De route ging door weelderige bossen, over dorre en kale vlakten, langs de oevers van de Ebro-rivier en door de ruige Sierra de la Demanda. Via de beklimming van de Pico San Lorenzo ging je het natuurpark Izko in. Van eentonigheid was zo absoluut geen sprake tijdens de 48 uur durende rit.

Ik reed als gemengd duo met Virginia Cancellieri, een renster van het Orbea Factory Team. We kenden elkaar nauwelijks, we hadden elkaar maar één keer eerder ontmoet, dus ik wist dat het een riskante gok was. We zouden alleen elkaars gezelschap hebben gedurende de hele wedstrijd. Ik weet uit ervaring hoe belangrijk het is om tijdens de rit een goede verstandhouding te hebben met je teamgenoot. Dat geldt zeker voor een rit die zo zwaar is als Basajaun. Daarin krijg je te maken met onvermijdelijke pieken en dalen.

Ons oorspronkelijke doel was om zonder te slapen zo dicht mogelijk bij Calahorra te komen, na 506 kilometer van de race. Volgens mijn plan zouden we er met 13 kilometer per uur (inclusief stops) ongeveer 38 uur over doen. We vertrokken op zaterdag om 08:00 uur en wilden proberen tot zondag 22:00 uur door te rijden. Daarna zouden we onszelf trakteren op 4 tot 5 uur slaap om vervolgens de resterende 280 kilometer in één keer af te leggen. Ons doel? Finishen in precies 3 dagen oftewel 72 uur.

Bij een proef als deze is het belangrijk dat je kunt anticiperen. Maar hoe goed je je ook voorbereidt, wat echt telt is je vermogen om je aan te passen aan onvoorziene gebeurtenissen. En geloof me, er doen zich onverwachte momenten voor. We weken snel van ons schema af, namen meer rust dan ik had ingecalculeerd en bereikten Calahorra pas om 7:00 uur op maandag. Kortom, negen uur later dan gepland. Omdat we al veel gerust hadden, hoefden we hier niet te stoppen en te slapen, maar er waren andere momenten waarop we echt van de fiets af moesten.

Basajaun - Waar je het onverwachte kunt verwachten
Basajaun - Waar je het onverwachte kunt verwachten

EERSTE STOP, 254 KILOMETER, VILLANUEVA DE AEZKOA

We bereikten de stad rond middernacht en stopten bij de eerste de beste bar die open was. Snellere rijders waren ons al voor geweest, dus er was niet veel eten meer. De vriendelijke serveerster gaf ons een koffie met melk en een sobao, zoet brood uit de regio. Afgaand op de andere vermoeide renners die we zagen, was het een goede plek om uit te rusten. We pakten 90 minuten slaap tussen 01.00-02.30 uur en gingen daarna verder.

TWEEDE STOP, 307 KILOMETER, URROZ-VILLA

De zon kwam net op toen we een uurtje gingen slapen op een bankje aan de rand van de stad. We hadden nauwelijks afstand afgelegd sinds de laatste stop, maar de vermoeidheid had toegeslagen. Dit was echt nodig.

SIESTA, 417 KILOMETER, MÉLIDA

Mélida was de laatste plaats voordat we de semi-woestijn van de Bardenas Reales doortrokken. Het was 16.00 uur en de zon scheen volop. Onze fietscomputers meldden ons dat het kwik tot boven de 40º C was gestegen. We besloten om tot 19.00 uur te blijven liggen, een zeldzaam stukje schaduw te zoeken in een park en te wachten tot de zon onder was. Pas daarna gingen we de woestijn in. Dit was een van de beste beslissingen die we namen. Niet alleen omdat we zo de verzengende hitte omzeilden - een andere fietser werd zelfs per helikopter afgevoerd vanwege een hitteberoerte - maar ook omdat we genoten van een van de mooiste zonsondergangen die ik ooit heb meegemaakt.

DERDE EN LAATSTE STOP, 501 KILOMETER, SAN ADRIÁN

We sliepen van 03.00 tot 06.00 uur in de galerijen van het stadsplein. De echte reden voor deze stop was niet per se de vermoeidheid - hoewel we die inmiddels wel voelden - maar meer de behoefte om na 43 uur op het zadel onze korte broek uit te trekken.

DE EINDSTREEP

We finishten Basajaun als eerste gemengde koppel in 74 uur, met een beweegtijd van 48 uur en 50 minuten en een gemiddelde snelheid van 16 kilometer per uur. Dat was slechts twee uur langzamer dan verwacht. We waren overall gezien het derde paar en Virginia was sowieso de eerste vrouw die over de finish kwam. Zoals bij elk ultra-afstandevenement ben je in Basajaun de grootste tegenstander van jezelf, maar ik moet toegeven dat ik best trots ben op dit resultaat. We hebben de hele tijd solide gereden en zorgden ervoor dat we niet te ver in het rood hoefden te gaan op de beklimmingen of te veel risico's hoefden te nemen in de afdalingen. De strategie werkte, want zowel onze fietsen als onze lichamen hielden het vol.

Ik verliet Basajaun rijker door deze belevenis. Ik hield er niet alleen een finishmedaille en kaart aan over, maar ook een nieuwe vriend. Na drie dagen in de survivalmodus wordt je band met je teamgenoot ongelooflijk sterk, ongeacht hoe goed je hem of haar kent.

Als ik dit stuk tien dagen na de finish schrijf, merk ik nog steeds de gevoelloosheid in verschillende vingers. Gelukkig ben ik erin geslaagd om de pijn in mijn achterwerk, de hitte, de uitputting van de hike-a-bike trajecten, de pijn in mijn benen, de kou die je vlak voor zonsopgang overvalt, de dorst, de voortdurende honger en het slaaptekort te vergeten... Gelukkig herinner ik me nog de zonsondergang in Bardenas Reales, de gesprekken met renners van over de hele wereld en de voldoening om aan het eind met Virginia over de streep te komen...

Zou ik het weer doen? Het is het soort ervaring dat we allemaal minstens één keer in ons leven moeten meemaken. Dus, ja. Zet me maar op de lijst.

Deel dit artikel