Wat is er zo leuk aan gravelrijden? Het geeft je de mogelijkheid om nieuwe gebieden te verkennen, aan de drukte te ontsnappen en op verschillende soorten ondergrond te rijden. Maar het belangrijkste is dat je thuiskomt met een grote grijns op je gezicht. En dat is eigenlijk de essentie van fietsplezier.
Gravelrijden is de nieuwe hype in de fietswereld. De afgelopen jaren is de verkoop van gravelbikes explosief gestegen. Steeds meer mensen ontdekken het plezier van het rijden op onverharde wegen met een gravelbike. Maar wat is gravelrijden nu precies? De term is wellicht enigszins misleidend. Net zoals mountainbiken voor het overgrote deel niet in de bergen plaatsvindt, gaat het bij gravelrijden om veel meer dan alleen het rijden op onverharde wegen. Misschien zijn 'ride-everything' of 'mixed-surface-riding' of 'ik-doe-dit-al-jaren-maar weet-eigenlijk-niet-hoe-het-heet' betere omschrijvingen voor het gravelrijden. Maar al die termen zijn niet bepaald catchy en in een wereld waarin de aandachtsspanne steeds korter wordt, lijkt de koosnaam gravelrijden de lading het best te dekken.
Hoewel Amerikaanse gravelrijders het geluk hebben dat ze beschikken over eindeloze, glooiende gravelwegen, gaat een gravelrit in de rest van de wereld meestal over uiteenlopende soorten wegdek. Je begint vaak op een verharde weg, maar kiest al snel een singletrack, een zandpad of een kasseienstrook. De fun van het gravelrijden zit hem in die eindeloze verscheidenheid aan wegdek en terreinen die je in je route kunt opnemen. En er is altijd een koffiestop want koffie en cake zijn simpelweg een eerste levensbehoefte voor fietsers.
Naast de verscheidenheid aan wegdek, is een rustige omgeving - weg van drukte en verkeer - een essentieel onderdeel van gravelrijden. Zelfs in het centrum van grote steden vind je met een beetje geluk een scala aan onverharde en verkeersluwe wegen.
Sinds begin 1900 wordt er al met racefietsen op verkeersarme wegen gereden. Aanvankelijk waren het de Franse en Belgische profwielrenners die op zoek waren naar mogelijkheden voor wintertraining en daarvoor reden ze over boerenpaden tussen het ene en het andere dorp. Vervolgens werd het off-road toeren in groepsverband populair en ontstonden fietsclubs zoals de Rough Stuff Fellowship in het Verenigd Koninkrijk. Tegelijkertijd ontwikkelde zich op het vasteland van Europa het veldrijden - rasechte winterwedstrijden waarbij rijders vaak van de fiets moeten om over obstakels te springen. De fietsen waren gammel en slecht afgemonteerd, maar het was leuk om te doen en zo werd cyclocross de belangrijkste wintersport voor veel wielrenners. Zoals gebruikelijk deden ze in VS vaak hetzelfde op hetzelfde moment. Het enige verschil was dat hun wegdek anders was dan in Europa en daarom bedachten ze een passende term voor het rijden met een dropbar-fiets op onverharde wegen: gravelrijden. Het lijdt geen twijfel dat het fietsen op die brede, rechte gravelwegen in het Midden-Westen van de VS de bakermat was voor de ontwikkeling van de gravel-scene.
Begin jaren 2000 gingen wielrenners hun racefietsen aanpassen om ze meer geschikt te maken voor off-road rijden. Zo zorgden bredere banden en een dubbel stuurlintje voor minder trillingen in het stuur. Het waren in het begin vooral zelfgemaakte aanpassingen om het materiaal duurzamer te maken. Langzamerhand begonnen fietsfabrikanten deze ontwikkelingen te omarmen en werden de eerste off-road racefietsen gebouwd. Aanvankelijk waren het vooral aangepaste cyclocrossfietsen, maar later kregen deze modellen bredere banden en een vlakkere geometrie waardoor ze stabieler werden op hogere snelheden.
Vanaf 2010 kwam gravel in een stroomversnelling. In de VS ontwikkelde het gravelracen zich tot reusachtige proporties. Evenementen met meer dan 1000 deelnemers waren geen uitzondering. Fabrikanten pikten deze ontwikkelingen op en de gravel-scene kwam tot wasdom. Ook onderdelenfabrikanten haakten aan. Je kon vanaf dat moment speciale banden, duurzamere aandrijflijnen, gravelspecifieke kleding/schoenen, lichte schijfremsystemen en componenten kopen die bestand waren tegen modderige of stoffige omstandigheden.
Rond 2020 was gravel het snelst groeiende segment van de fietsmarkt. Vrijwel elke fabrikant had een gravelfiets in zijn assortiment en vele merken boden zelfs meerdere modellen aan. Het gravelrijden werd opgedeeld in verschillende segmenten: racen, bikepacken/toeren/verkennen, ultra-endurance-rijden en zelfs good-old trailrijden. Ook de eerste e-gravelbikes kwamen in beeld. Ondanks al die diversificatie bleef de gemeenschappelijke deler overeind: gravelrijden betekent plezier.
Het mooie aan gravelrijden is dat je geen specifieke gravelbike nodig hebt om ervan te genieten. Een goed onderhouden racefiets met zo breed mogelijke banden is voldoende. Maar wat zijn dan de argumenten om te kiezen voor een echte gravelbike? Omdat het fantastisch is om erop te rijden! Het gebrek aan vering en de minimalistische afmontage verlagen het gewicht, waardoor ze levendiger aanvoelen en gemakkelijker klimmen dan mountainbikes. Tegelijkertijd zijn ze duurzamer en betrouwbaarder dan een racefiets. De eenvoudige uitrusting maakt het spannender en leuker. In feite is er sprake van 'underbiking': je kiest bewust voor een fiets die minder ideaal is voor het terrein waarop je rijdt. Een gravelbike geeft je meer sportieve voldoening want hij verandert paden die eigenlijk een beetje saai zijn op je full-suspension mountainbike in uitdagende trails.
Een gravelbike is een kameleon - op de weg is hij bijna net zo snel als een racefiets en off-road is hij vrijwel even capabel als een mountainbike. Het fietsplezier op een gravelbike is echter aantoonbaar groter. Die flexibiliteit om de asfaltweg te verlaten en een willekeurig pad te nemen, gewoon omdat je wilt weten waar dat pad eindigt. Of even snel over het fietspad omdat je voor sluitingstijd langs de supermarkt moet - dát is het plezier van een gravelbike.
Als we in één woord moeten samenvatten waarom je gravel zou moeten proberen, dan is het plezier. Je bent in staat om gebieden te verkennen die je nog nooit eerder hebt ontdekt. Je ontsnapt aan de dagelijkse drukte en verkeerslawaai en hebt ineens toegang tot een enorm arsenaal aan wegdek en terrein waarop je kunt rijden. En misschien wel het belangrijkste, je komt thuis met een grote grijns op je gezicht. En dat is onbetaalbaar!
Over de auteur
Olly Townsend is redacteur bij Gravel Union en droomt al zijn hele leven van gravelrijden. Hij woont in het Verenigd Koninkrijk, maar heeft het geluk gehad dat hij overal ter wereld op gravel heeft gereden.
Beeldmateriaal: Olly Townsend/Gravel Union