We vroegen Erwin Sikkens van de Shimano Gravel Alliance of hij mee wilde rijden in de 'party-trein' van Unbound Gravel. Dit is zijn verhaal over wat er gebeurt als ieders beste vriend en eeuwige 'party-pacer' meedoet aan de grootste gravelrace ter wereld.
NEEM HET WOORDENBOEK ERBIJ EN ZOEK NAAR HET WOORD 'GRAVEL'. JE VINDT HOOGSTWAARSCHIJNLIJK IETS OVER EEN BEPAALD SOORT ONDERGROND DAT JE ONDER ANDERE VINDT OP TENNISBANEN EN ONVERHARDE WEGEN. DIT IS HET STANDAARD ANTWOORD VAN HET WOORDENBOEK. HOOR EEN FIETSER OVER GRAVEL, DAN BEGINT HIJ DIRECT TE FANTASEREN OVER ALLERLEI AVONTUREN.
Natuurlijk, fietsers denken bij gravel aan paden die bestaan uit miljoenen kleine steentjes. Ze denken echter net zo snel aan bospaden met dubbele sporen, een singletrack en zelfs een fantastisch kampvuur. Gravelen roept beelden op van specifieke fietsen en onderdelen, en waarschijnlijk zelfs van houthakkersblouses en sjaals waarvan je houdt of niet. Voor mij is het woord gravel synoniem voor 'party pace'. Elke keer als ik over gravel schrijf of praat, gaat het over een of ander fietsavontuur of bikepackingtrip waarbij het - in tegenstelling tot racefietsen - niet draait om hoge snelheden, maar om plezier.
Je treft in de gravelwereld een gemoedelijke sfeer die veel andere mensen heeft geïnspireerd om net als ik op een gravelbike te stappen. Het is deze gastvrije omgeving waarin ik me het meest thuis voel. Precies om deze reden heb ik een haat-liefdeverhouding met het fenomeen 'gravelracen'. In Amerika, daar waar de gravelcultuur notabene vandaan komt, ligt een sterke focus op het race-aspect. Toen ik werd uitgenodigd voor Unbound Gravel in Emporia (Kansas) belandde ik daardoor zowat in een identiteitscrisis.
Met zijn 322 kilometer is Unbound Gravel uitgegroeid tot een van 's werelds eerste en grootste gravelraces. Ondanks het feit dat Unbound Gravel van oorsprong een gravelevenement is, iets waarvan ik normaal gesproken enthousiast van word, had ik het nog niet op mijn bucketlist staan. Natuurlijk had ik het evenement wel eens gecheckt, maar ik had er nooit serieus over nagedacht om er van start te gaan. De logistieke kant om daar te kunnen rijden is al ingewikkeld genoeg. En dan is er natuurlijk ook nog de loterij om überhaupt een ticket te bemachtigen. Dus toen ik de kans kreeg om erheen te gaan, hapte ik snel toe. Op dat moment bekroop me meteen het gevoel van "waar heb ik me in vredesnaam voor ingeschreven?" Ik zou het snel te weten komen.
Het gravelmekka
In de aanloop naar de race ervaarden we in Emporia een soort stilte voor de storm - zo kun je ook ons gevoel het beste omschrijven. We waren zeker niet de enige buitenstaanders in de stad, maar er hing desondanks dezelfde rustige sfeer die je er ook op andere dagen in het jaar vindt. Het was dinsdag en men trof voorbereidingen voor de Unbound expo die op donderdag van start zou gaan. De race zelf zou twee dagen later, op zaterdag, plaatsvinden. Deze eerste twee dagen waren leuk; ik leerde de stad kennen en maakte een praatje met enkele inwoners, onder wie de eigenaar van een van de plaatselijke fietsenwinkels (die heel toepasselijk 'Gravel City' heet). Ik sprak zelfs met de voormalig burgemeester van Emporia, die nu speaker van het festival is.
Naarmate de week vorderde, stroomde de stad langzaam vol met fietsers. In het begin waren dat er honderden, daarna ging het om duizenden. Wat anders een aangenaam, misschien zelfs een ietwat slaperig stadje in Centraal Kansas is, veranderde al snel in hét gravelmekka op aarde. Ik kan het niet precies beschrijven, maar ik voelde dat ik precies was waar ik moest zijn. Ik sprak met de vriendelijke, lokale bevolking die de fietsers welkom heette, kreeg een kick van de ontmoetingen met gelijkgestemde gravelbikers en maakte prachtige verkenningsritten. Dat alles stuwde mijn enthousiasme naar een ongekend hoog niveau. Ik was zo blij om hier te zijn. Er was slechts één probleem... ik moest nog zien af te rekenen met de gravelrace.
Zaterdag, iets voor zes uur 's ochtends. Ik sta aan de start van de Unbound. Dit is geen afgelegen camping in het bos; nee, we staan midden in Commercial Street, de hoofdstraat van Emporia. Het is nog vroeg in de ochtend en ik weet dat het een lange dag op het zadel zal worden. Maar ik ben niet nerveus. Opgewonden is een veel beter woord. In de dagen voorafgaand aan de race had ik de tijd gevonden om na te denken over mijn rit, en ik wist dat ik gewoon mezelf moest zijn en mijn gebruikelijke aanpak moest volgen.
Hoewel Unbound de grootste gravelrace is die er is - in naam en afstand - wist ik dat mijn beste kans om te overleven niet was om het event van meet af aan als een race te benaderen, maar om het tempo langzaam op te voeren... Of beter gezegd, om het 'feesttempo' op te voeren.
Als de politieauto aan de kant gaat en de race officieel begint, neem ik onmiddellijk afscheid van de snelle mensen vooraan die de horizon tegemoet rijden. Zelfs in dit vroege stadium van de wedstrijd zijn er veel mensen die me inhalen. Even denk ik: ga ik misschien het wereldrecord van langzaamste gravelbiker vestigen? Omdat het eerste deel van het parcours gekenmerkt wordt door gravelbochten van 90 graden en een paar kleine wateroversteken, valt de grote groep al snel in honderd kleinere groepjes uiteen. Ik besluit te wachten op de perfecte groep die me passeert om vervolgens in het wiel van een van de rijders te kruipen. Probleem is alleen: die groep komt maar niet. De start was zo snel geweest - en de heuveltjes zo verraderlijk - dat elke groep één of twee snelle deelnemers lijkt te hebben die een hoger tempo aanhouden dan ik wil rijden. Ik probeer bij een groepje aan te haken, maar dat loopt op niets uit. En dus kies ik voor plan B: in m'n eentje rijd ik verder, met de wind in m'n gezicht. Nog dik 275 kilometer te gaan.
PARTY PACE WINS THE RACE
Na een paar uur bedenk ik me hoe grappig het is dat we dit een race noemen. Om me heen zie ik honderden mensen die, net als ik, niet als prof naar hier zijn gekomen. We rijden allemaal onze eigen tocht en dat vinden we prima. We zijn ons er allemaal van bewust dat 322 kilometer een verschrikkelijk lange rit is. En dus zullen we energie moeten sparen om de finish te halen. Vanaf dit punt noem ik het geen race meer, maar een tocht. Een lange tocht waar ik eigenlijk heel veel plezier aan beleef.
Het was andermaal een duidelijke bevestiging dat 'racen' niets voor mij is. Vanaf het moment dat ik de wielen van die met testosteron gevulde figuren had losgelaten, begon ik onmiddellijk weer plezier te beleven, te 'party-pacen' op mijn fiets en prettig contact te maken met gelijkgestemden, precies zoals ik dat thuis doe. Bij een rit als deze is plezier maken natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Als je dergelijke afstanden rijdt gaat het er niet alleen om dat de benen sterk zijn, maar ook de geest. Toen een vervelende lekke band me bijna helemaal uit mijn ritme haalde, voelde ik de moed in m'n schoenen zakken. Het was moeilijk om het plezier erin te houden, maar toen ik weer op de fiets zat, hield ik me voor dat ups & downs onvermijdelijk zijn op een lange rit als deze.
Geleerde les: hoe langer je rijdt, hoe groter de ups & downs worden.
Uren en kilometers vliegen voorbij zonder dat ik er erg in heb. Ik geniet ervan en maak vrienden. Ik hou ervan om op de kleine details te letten, zoals de vreemde betekenis van verkeersborden en de fel gekleurde vogels die ik nog nooit eerder heb gezien en mij nu trouw volgen. Ik praat over de geschiedenis van deze omgeving met enkele plaatselijke bewoners. Ze vertellen me mooie verhalen en ik zorg ervoor dat ik de lokale sfeer opsnuif bij de eerste van twee controleposten in het dorp Eureka.
Niet lang daarna draait de wind in mijn voordeel. Bovendien heb ik nog voldoende energie in de tank. Als ik me daar bewust van ben, kan ik niets anders doen dan glimlachen. De kilometers leken eerst heel langzaam te gaan, maar nu vliegen ze voorbij. Uiteraard, ik word moe, maar ik rijd ook sneller dan ik de hele dag heb gedaan.
De wind geeft me zowel fysiek als mentaal een duwtje in de rug. Ik heb de helft van de route erop zitten en de vooruitzichten zijn goed. We hadden een klein beetje regen, maar nu is het droog. Sterker nog, de zon laat zich zelfs zien. De uren en kilometers vliegen voorbij.
De realiteit is hard
Plotseling komen we op de gemeenste, meest glibberige en plakkerigste modderstrook die ik ooit ben tegengekomen. Na alle geweldige gravelpaden die ik de hele dag al heb gezien, verrast de organisator ons nu. Hij neemt ons mee over een modderige weg die zo afschuwelijk is dat ik me er al snel slecht bij begin te voelen. We zijn gedwongen om de hele weg met onze fietsen te lopen, wat een eeuwigheid duurt. Pas als we allemaal met natte voeten in een plaatselijke beek staan, begin ik weer te lachen. Unbound is een zware tocht, maar ik hou ervan.
De profs zijn al lang klaar, maar ik ben nog steeds hier met al mijn langzame maar trouwe vrienden. De zon gaat onder en ik rijd in het donker. Ik besef me dat ik nog steeds voor middernacht kan finishen, waardoor ik in de 'club van middernacht finishers' kom. Het is tijd om het tempo ietwat op te schroeven. Ik merk dat ik in de race-mentaliteit kom, ondanks dat ik al een lange dag met een 'party-tempo' in mijn benen heb. Ik geniet er elke minuut van.
Ik tel de kilometers af op mijn scherm. Vlak voor Emporia haal ik een paar rijders in een groepje in, en dan kom ik eindelijk de stad binnen. Als de heldere letters van de 'Emporia State University' me verwelkomen, nemen de emoties de overhand. Onbewust heeft deze pelgrimsweek voor gravelbikers veel meer voor me betekend dan ik had durven denken. Als ik na meer dan 17 uur weer terug ben bij Commercial Street, is de menigte nog net zo groot als bij de start. Er wordt gejuicht voor elke renner die de finish haalt.
Ik ben een van de laatste rijders... maar ik voel me een winnaar. De tranen van geluk schieten in m'n ogen.
Nu ik weer thuis ben, schrijf ik dit verhaal en vraag ik me af of ik nu overtuigd ben. Hou ik nu van gravelraces? Het eerlijke antwoord is dat ik het niet weet: ja en nee. Ik zeg aan de ene kant nee, omdat ik niet echt heb geracet en dat ben ik niet van plan om binnenkort te gaan doen. Aan de andere kant zeg ik ja, want ik genoot van de uitdaging en afstand. En ja, ik hield absoluut van wat ik zag van de enigszins afwijkende gravelcultuur in de VS. Ik denk dat het verslavend is, misschien moet ik op een dag terugkomen om het allemaal nog eens te doen. Maar in de tussentijd? Dan blijf ik in Europa 'feesten' op mijn gravelbike, want dat is waarin ik het beste ben.