Als je met langeafstandsfietser en Shimano Alliance-lid Josh Ibbett spreekt, kan je beter vragen waar hij nog nooit op zijn gravelbike heeft gereden dan waar wel. Tot kortgeleden zou hij dan de Alentejo hebben genoemd. Dit afgelegen stukje kustlijn, afgewisseld met graanvelden en wilde bloemen in het zuiden van Portugal, verschijnt zelden op iemands radar. We vroegen Josh wat hem naar deze minder bekende, onverharde paden trok en waarom hij van plan is terug te keren.
"Als je graag snel door het landschap gaat, een grote afstand aflegt en een pluim stof in je kielzog achterlaat, dan is dit de plek voor jou." -Josh
En, waar zijn we?
De Alentejo is een regio in het zuiden van Portugal met stoffige vlakten in het binnenland en een groot gebied langs de Atlantische kust. De naam in het Portugees betekent 'over de Taag'. Deze verwijst naar de rivier de Taag die dwars door Portugal loopt vanaf de grens met Spanje tot aan de zee in de hoofdstad Lissabon.
Het heeft enkele van de rustigste kuststroken van Portugal. Ze zijn totaal niet te vergelijken met de Algarve, waar veel toeristen komen. Ga je het binnenland in, weg van de zwijmelende branding, dan ontdek je dat het grootste deel van de regio droog en dor is. Met slechts een paar grote steden (de prachtige oude Romeinse stad Evora is de grootste) is de Alentejo overwegend plattelandsgebied en vrij onontwikkeld in vergelijking met de rest van het land. De cijfers bewijzen het: ten opzichte van andere delen van Portugal is de bevolkingsdichtheid in de Alentejo gering. Omdat het gebied voorheen afhankelijk was van de landbouw, zijn veel jongeren vertrokken om werk te zoeken in de grote steden en de kustgebieden. De Alentejo beschikt daardoor over heerlijk rustige wegen en een uitgestrekt netwerk van boerenweggetjes die door het landschap slingeren.
"Afgelegen landbouwwegen = gravelparadijs"
Als je graag snel gaat, grote afstanden aflegt en een stofwolk achterlaat, dan is dit de plek voor jou. Bestudeer je de kaart goed, dan zie je dat de meeste wegen in het gebied parallel lopen met boerenwegen, dus het kost niet veel werk om die samen te voegen tot een route met de gewenste afstand. Met een beetje geluk kom je langs een wijnhuis voor een verfrissende pauze, maar als dat niet lukt, vind je in elk dorp wel een barretje of restaurant dat een Plato del Dia (dagschotel) serveert. Het eten weerspiegelt de levensstijl van het gebied: eenvoudig en no-nonsense, bedoeld om je maag te vullen, of je nu halverwege bent of aan het eind van een zware werkdag. Voor gravelbikers tap je hier de brandstof voor een lange dag in het zadel. En had ik al gezegd dat je voor een euro een biertje kunt krijgen?
Wat is er naast boerenpaden en eten nog meer?
Als je wat verder kijkt, vind je enkele historische juweeltjes die je gravelrit extra smaak geven. Heb je de 'verplichte' Romeinse ruïnes en UNESCO-werelderfgoed locaties afgevinkt, dan zijn er nog veel meer intrigerende en minder bekende ruïnes te zien. De Minas De Sao Domingos, gelegen aan de oever van de rivier Guadiana en niet ver van de Spaanse grens, werd oorspronkelijk door de Romeinen ontgonnen voor zilverwinning. Op het hoogtepunt van het Britse Rijk, eind 1800, werd de mijn opnieuw in gebruik genomen vanwege de kopererts. Op een gegeven moment leverde deze enorme mijn het meeste koper van het Verenigd Koninkrijk. Omdat het over zee werd aangevoerd, moesten de Portugezen een 8 kilometer lange spoorweg aanleggen. Helaas - zoals zo vaak - is mijnbouw zelden duurzaam en werd de mijn zodanig geëxploiteerd dat het koper uiteindelijk opraakte. Wat over is gebleven, zijn de grillige restanten van de smelterij en het herstellende landschap. Het goede nieuws is dat de natuur zich terugvecht. Enne... er ligt nog 17 kilometer aan uitstekende gravelpaden te wachten om bereden te worden.
Oké, je hebt ons overtuigd van de Alentejo. Hoe komen we daar?
Je kunt prima per trein tussen de Algarve en Lissabon kunt reizen, maar het is het veel leuker om het met de gravelbike te doen. Maak een planning en stippel een route uit. Vergeleken met de rest van het land is het gebied relatief goedkoop. Bovendien is het in mijn ogen veel mooier (je moet wel rekening houden met de wind die vanaf de Atlantische Oceaan komt). Na vele dagen en kilometers had ik het gevoel dat ik een authentiekere kant van Portugal had gezien. Buiten het hoogseizoen kun je hier veel doen als je het land echt wilt leren kennen en buiten de gebaande paden wilt treden.