Het gebied boven de poolcirkel is niet de meest bekende bestemming voor bikepacking, zelfs niet voor Finnen of Noren. Henna Palosaari van de Shimano Gravel Alliance is daarop geen uitzondering, ondanks het feit dat ze al jaren snowboardt in deze bergen nabij Ylläs. Toen ze hoorde over de 400 kilometer lange Arctic Post Road-route van Ylläs in Finland naar Alta in Noorwegen, wilde ze beslist zien wat er onder de sneeuw ligt.
Op 22 juni kreeg Sami Sauri een bericht van Henna: "Ik ben van plan om in augustus de Arctic Post Road te rijden, wil je mee?" De onmiddellijke reactie van Sami: "Omg, ja graag." Daarop kwam de volgende vraag op: mountainbike of gravel? "Ik dacht eraan de MTB-versie van de route te doen, maar dan met een gravelbike", schreef Henna terug met lachende emoji's. Sami zag het wel zitten.
De Arctic Post Road-bikepackingroute volgt de overblijfselen van de oude postweg tussen Kopenhagen en Alta. Hij start bij de heuvels van het Pallas-Ylläs nationaal park in Fins Lapland en loopt via de hooglanden van Finnmark door tot Alta aan de Noordelijke IJszee. Het ruige gebied, gecreëerd door Fins en Noors Lapland, is drie keer zo groot als België en een van de grootste plekken in zijn soort in Europa. Met een verhouding tussen rendieren en mensen van 5:4 zul je op de paden waarschijnlijk meer rendieren dan mensen tegenkomen. Rendieren zijn er echter niet om de fietsers te vermaken, ze zijn ook economisch belangrijk voor veel Lappen en Sámi. Om dat te respecteren is de route gesloten tijdens het kritieke seizoen eind september, wanneer kuddes van duizenden rendieren bijeenkomen voor de herfst round-ups.
Daarnaast is het raadzaam om rekening te houden met Räkkä. Dat is het seizoen waarin er een grote hoeveelheid muskieten, zwarte vliegen, prikkende muggen en paardenvliegen op de Noordpool voorkomt. Alleen met een klamboe rond je hele lichaam zou je die de baas kunnen blijven. Hoewel Sami nog nooit in Lapland was geweest, had ze al veel gehoord over de muggen en was ze goed voorbereid met een klamboe, armbanden en anti-insectenmiddel. Räkkä begint meestal eind juni en duurt gewoonlijk tot half augustus. Om die reden zijn het einde van de zomer en de herfst een geweldige tijd is voor bikepacking in het Noordpoolgebied. Tegen september verlicht het noorderlicht vaak ook de nachtelijke hemel.
Fietsen op de Noordpool
Onverharde boswegen en af en toe geasfalteerde wegen leiden ons van Ylläs naar Pallas, waar we de eerste glimp opvangen van de prachtige zeven heuvels van Pallastunturi. Hoewel het oorspronkelijke plan was om alle wegen te vermijden, wist Henna dat het volgende stuk vanaf Pallastunturi zwaar zou zijn op een MTB, laat staan op een gravelbike. Daarom besloten we in plaats daarvan over de weg te gaan en te stoppen bij Restaurant Loimu. Toen we de parkeerplaats bij Loimu opdraaiden, voelde het alsof we terug in de tijd waren gegaan. We zagen een heel charmant en bescheiden plekje, waar de benzinepompen en het interieur een jaren '70 sfeer uitstraalden. De eenvoud van het leven in het noorden en de plaatselijke cultuur in combinatie met de rust van de uitgestrekte wildernis zorgen voor een geweldige bikepacking-ervaring, ver weg van de drukte van de stad.
De lucht begint op te klaren na enkele regenbuien en we komen weer op de bosweg die ons naar onze kampeerplek bij het meer leidt. We nemen een snelle duik in het heldere meer - wat zijn we dankbaar voor dit soort plekken, ze maken het kamperen gemakkelijker - en doen dan muskietennetten op voor het diner. In typisch Spaanse stijl zit er een kaasplankje bij het eten. "Als alle diners zo geweldig zijn, ga ik voortaan alleen nog maar met Sami kamperen", zegt Henna met een glimlach.
De eerste twee kilometer van de tweede dag gaven ons een voorproefje van wat ons te wachten staat op de Arctic Post Road: steile paden, rotsachtige stukken en los zand dat je van tijd tot tijd dwingt om van de fiets te stappen. Het dwarsboomde onze voortgang, maar we waren blij dat we van de weg af waren. Want als beloning kregen we prachtige vergezichten om ons heen. De route is vooral bekend als wandelroute, dus de hikers van de Hetta-Pallas wandelroute waren verrast om twee meiden met gravelbikes over de ruwe paden te zien gaan - zo nu en dan niet op de fiets maar ernaast om de bikes over de stenen te trekken.
We stopten om te genieten van de wildernis en hoorden van een lokale dame dat de hoeveelheid paddenstoelen in geen 60 jaar zo groot was geweest. Dat verklaarde waarom we overal waar we keken paddenstoelen zagen. In Hetta vulden we onze etensvoorraad aan en besloten we de MTB-route te blijven volgen, hoewel we verhalen hadden gehoord dat de volgende 25 kilometer zwaar zouden zijn. De berichten bleken te kloppen. Niet eens zozeer vanwege de rotsen, maar vanwege de eindeloze modderpoelen en moerassen waar je niet doorheen kon rijden. Moe en een tikkeltje gebroken stopten we halverwege het traject. Maar niet voor lang, want er was zware regen voorspeld die de route nog slechter zou maken. We namen ook aan dat er een accommodatie zou zijn in het volgende dorp, Näkkälä, maar zagen niets bij aankomst. Helaas konden we door het slechte bereik Google Maps niet raadplegen. We waren moe en begonnen de kou te voelen. Uiteindelijk vertelde een quadrijder ons dat de eigenaar van de accommodatie aan het vissen was, alleen zonder telefoon. Hij was de enige met een sleutel. In de wetenschap dat de volgende accommodatie 13 kilometer verderop in de verkeerde richting zat, besloten we onze tent op te zetten op de parkeerplaats van het hikingpad. Toen de tent stond, begon het te stortregenen en dat duurde de hele nacht.
De koude en regenachtige ochtend maakte het begin van de derde dag niet bepaald uitnodigend. We stapten toch op de fiets met het doel Kautokeino te bereiken en daar warm en droog te overnachten. De rotsachtige paden gingen over in zandpaden. Door de grote plassen van de regen van gisteravond en de passages van moerassen en rivieren bleef het tempo laag. Hier kregen we echt het gevoel dat we in niemandsland waren. Wat ons het meest verraste was hoe lang je over een gravelpad kunt gaan voordat je weer een huis ziet. We zaten eindeloze uren en eindeloze kilometers op de fiets zonder iets of iemand te zien, zelfs geen dier of vogel. Uiteindelijk zagen we hutten aan de andere kant van een meer. Om er te komen moesten we een rivier oversteken - tot onze dij stonden we in het water. Eenmaal aan de overkant verwelkomde de eigenaar van het huis ons in het Noors, hij nodigde ons uit voor een kop koffie. We waren uitgehongerd en moe, en daarom blij met de pauze en de ontmoeting met de familie.
Het was idyllisch. De oma zat op een terras te breien, de jongen sprak perfect Engels, er liepen schapen door de achtertuin en we deelden verhalen onder het genot van lokaal eten: rendiertong, gedroogd rendiervlees, koudgerookte zalm, bruine kaassandwiches en bosbessen. Dit was Noorwegen op zijn best. De ontmoeting met deze familie maakte onze dag goed. Toen we naderhand vroegen of we iets konden betalen, was het antwoord van de vader van de familie volmondig nee. In plaats daarvan opende hij zijn armen voor een omhelzing. Kort voor ons vertrek rende de vader naar buiten met een groot stuk gedroogd rendiervlees voor onderweg.
Het moeilijkste deel van de route zat er nu op. De laatste 145 kilometer naar Alta gingen over een gravelpad, dus we rekenden erop dat we ons tempo wat zouden kunnen opvoeren. Na een warme douche en een goede nachtrust waren we opgefrist en volgden we de rivier om de stad uit te komen. Tegen de middag kwamen we boven de boomgrens en genoten we van het weidse uitzicht over de bergen. We lunchten bij een tipi van een rendierherder voordat we langs enkele van de langste rechte stukken reden die we ooit hebben gezien. De rust die hier heerste was uniek, bijna magisch. Ook ditmaal haalden we de Suolovuopmi Fjellstua, een oude berghut, niet met droge voeten. De regen van de vorige nacht had grote plassen op de weg veroorzaakt, waarvan Henna er een paar heeft kunnen ervaren. De Fjellstua bood ons een gezellig verblijf en liet ons genieten van een heerlijk lokaal diner met trekzalm en aardappelen voordat we naar bed gingen.
We waren sneller dan verwacht en hadden nog maar 65 kilometer te gaan naar Alta. Het gravelpad was volgens de berichten in uitstekende staat. We begonnen met een klim naar de heuvels, waar een frisse noordenwind ons begroette. Aan de horizon zagen we de hoge besneeuwde bergen van Noorwegen terwijl we over deze glooiende heuvels reden. Een paar rendieren in de verte werden al snel honderden. Zelfs voor een Fin was het een fantastische ervaring om daar tussen te rijden. Een ander hoogtepunt van de laatste dag was de ontmoeting met een moeder en dochter. Zij trainden een dozijn husky's voor de beroemde Finnmarksløpet, de langste hondenslee-race van Europa. Vergeleken met onze gravelbikes hadden ze een behoorlijk tempo. Het was voor de dieren echter geen probleem om voor ons even te stoppen. Daarna trokken we verder naar onze eindbestemming, Alta. Om het laatste stuk niet al te gemakkelijk te maken, kozen we weer de MTB-route die bestond uit singletracks langs de rivier de Alta. Het is moeilijk te zeggen of we hier de juiste beslissing hebben genomen, want sommige stukken waren erg leuk, terwijl andere te modderig waren om te rijden. Maar uiteindelijk bereikten we de beroemde Alta-kerk. Daar beëindigden we onze rit van 380 kilometer door een van de grootste natuurgebieden van Europa.
Het weer was misschien niet zo warm, maar de uitgestrekte landschappen, de rendieren, de vriendelijke bevolking en het magische licht maakten er een onvergetelijke trip van. Dit soort avonturen verwarmt je eerder van binnen binnenuit dan van buitenaf. En is dat niet de reden waarom we dit soort dingen doen?